De Europese regelgeving die gaat over het gebruik van een ladder is sinds 2001 behoorlijk aangescherpt. Vanwege het hoge aantal ongelukken dat veroorzaakt werd door het gebruik van een ladder was dit noodzakelijk.
In Europa vielen jaarlijks ongeveer een half miljoen werknemers van een ladder, steiger, het dak of in vloergaten. Alleen al onder schilders en stukadoors maakten jaarlijks bijna 600 werknemers een val. Dit was een enorm probleem dat vroeg om regelgeving dat dit aantal drastisch kon helpen verlagen. In 2002 begon de vakbond FNV Bouw dan ook een campagne onder de naam “Geef de ladder een trap” om werken op hoogte veiliger te maken.
Sinds juli 2001 is de Europese richtlijn “Werken op hoogte” van kracht. Deze richtlijn heeft het gebruik van ladders aan banden gelegd. De Europese Commissie heeft deze aparte richtlijn vastgesteld om het valrisico te verkleinen. Schilders en glazenwassers mogen niet meer zomaar een ladder gebruiken voor hun werk. Alleen als het echt niet anders kan, mag een uitzondering worden gemaakt.
Uiterlijk in 2004 moesten alle lidstaten aan de voorschriften hebben voldaan. Als gevolg van de invoering van deze Europese richtlijn in de Nederlandse regelgeving, mogen werknemers vanaf 1 juli 2004 niet meer op ladders werken. In lijn hiermee heeft het kabinet besloten dat werknemers bij hun werkzaamheden gebruik moeten maken van een steiger of hoogwerker.
Volgens de Europese richtlijnen mag alleen op een ladder worden gewerkt als:
• de klus van korte duur is;
• het veiligheidsrisico zeer klein is;
• het weer de veiligheid niet in gevaar brengt;
• het personeel een veiligheidsopleiding heeft gekregen;
• er geen alternatief is;
Lees meer over de regelgeving omtrent het gebruik van een ladder